Ruth 2:1-3

Ruth 2:1-3 NBG51

Noömi nu had een bloedverwant van haar mans kant, een zeer vermogend man uit het geslacht van Elimelek, Boaz geheten. En Ruth, de Moabitische, zeide tot Noömi: Laat mij naar het veld gaan en aren lezen achter hem, die mij genegen zal zijn. En zij zeide tot haar: Ga, mijn dochter. Zij ging dan heen en kwam en las op in het veld achter de maaiers; bij geval trof zij het stuk land van Boaz, die uit het geslacht van Elimelek was.