De brief van Paulus aan de Romeinen 13:1-7

De brief van Paulus aan de Romeinen 13:1-7 NBG51

Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen. Want, als iemand goed handelt, behoeft hij niet bevreesd te zijn voor de overheidspersonen, maar wel, als hij verkeerd handelt. Wilt gij zonder vrees voor de overheid zijn? Doe het goede, en gij zult lof van haar ontvangen. Zij staat immers in dienst van God, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, wees dan bevreesd; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; zij staat immers in de dienst van God, als toornende wreekster voor hem, die kwaad bedrijft. Daarom is het nodig zich te onderwerpen, niet slechts om de toorn, maar ook om des gewetens wil. Daarom brengt gij toch ook belastingen op; want zij zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten. Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De brief van Paulus aan de Romeinen 13:1-7

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid