De Psalmen 144:2-8

De Psalmen 144:2-8 NBG51

Mijn goedertierenheid en mijn vesting, mijn burcht en mijn bevrijder, mijn schild en bij wie ik schuil, die volken aan mij onderwerpt. HERE, wat is de mens, dat Gij op hem let, het mensenkind, dat Gij acht op hem slaat? De mens is gelijk aan een ademtocht, zijn dagen zijn als een voorbijglijdende schaduw. HERE, neig uw hemel en daal neder, raak de bergen aan, dat zij roken; slinger uw bliksem en verstrooi hen, werp uw pijlen en breng hen in verwarring; strek uw hand uit den hoge uit, bevrijd mij en red mij uit grote wateren, uit de macht der vreemden, wier mond leugen spreekt, wier rechterhand een hand van bedrog is.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De Psalmen 144:2-8