Micha 3:1-4

Micha 3:1-4 NBG51

En ik zeide: Hoort toch, hoofden van Jakob en leidslieden van het huis Israëls, moest gij het recht niet kennen? Gij die het goede haat en het kwade liefhebt, die de lieden de huid afstroopt en het vlees van hun gebeente; ja, die het vlees van mijn volk eet, en hun de huid aftrekt, en hun beenderen breekt en ze uiteenlegt als vlees in een pot of in een ketel. Dan zullen zij roepen tot de HERE, maar Hij zal hun niet antwoorden, en Hij zal zijn aangezicht voor hen verbergen te dien tijde, omdat zij slecht hebben gehandeld.