Het evangelie naar Matteüs 14:26-34

Het evangelie naar Matteüs 14:26-34 NBG51

Toen de discipelen Hem over de zee zagen gaan, werden zij verbijsterd en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van vrees. Terstond sprak [Jezus] hen aan en zeide: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus. Maar toen hij zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij! Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen? En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. Die in het schip waren, vielen voor hem neder en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon! En toen zij overgestoken waren, kwamen zij in Gennesaret aan land.