Terwijl Hij sprak, nodigde een Farizeeër Hem om bij hem te komen eten. En Hij kwam binnen en ging aanliggen. De Farizeeër verwonderde zich, toen hij zag, dat Hij Zich vóór het eten niet eerst wies. Maar de Here zeide tot hem: En gij dan, gij Farizeeën, de buitenzijde van de beker en de schotel reinigt gij, maar van binnen zijt gij vol roof en slechtheid. Onverstandigen, heeft Hij, die de buitenzijde gemaakt heeft, ook niet de binnenzijde gemaakt? Doch geeft de inhoud als aalmoes en zie, alles is u rein. Maar wee u, Farizeeën, want gij geeft tienden van de munt en de ruit en van alle kruiden, en gij gaat voorbij aan het oordeel en de liefde Gods. Dit moest men doen en het andere niet nalaten. Wee u, Farizeeën, want gij zijt gesteld op de ereplaats in de synagogen en op de begroetingen op de markten. Wee u, want gij zijt als de onzichtbare graven: de mensen, die er overheen lopen, weten het niet.
Een van de wetgeleerden antwoordde en zeide tot Hem: Meester, door dit te zeggen, beledigt Gij ook òns. Maar Hij zeide: Wee ook u, wetgeleerden, want gij legt de mensen ondraaglijke lasten op, en zelf raakt gij die lasten niet met één uwer vingers aan. Wee u, want gij bouwt de grafsteden der profeten, maar uw vaderen hebben hen gedood. Zo zijt gij dan getuigen, dat gij instemt met de daden uwer vaderen, want zij hebben hen gedood en gij bouwt! Daarom zegt ook de wijsheid Gods: Ik zal tot hen zenden profeten en apostelen en van hen zullen zij sommigen doden en vervolgen, opdat van dit geslacht afgeëist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is sinds de grondvesting der wereld, van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëist worden van dit geslacht. Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden.
En toen Hij van die plaats vertrok, begonnen de schriftgeleerden en de Farizeeën Hem heftig aan te vallen en Hem uit te vragen over vele dingen, Hem een strik spannende om Hem te vangen in iets, dat Hij Zich zou laten ontvallen.