Gij zult niet stelen, gij zult niet liegen en gij zult elkander niet bedriegen. Gij zult bij mijn naam niet vals zweren en zo de naam van uw God ontheiligen: Ik ben de HERE. Gij zult uw naaste niet afpersen en gij zult niet roven; het loon van een dagloner zal niet de nacht bij u overblijven tot de morgen. Een dove zult gij niet vloeken en voor een blinde zult gij geen struikelblok leggen, maar gij zult voor uw God vrezen: Ik ben de HERE. Gij zult bij het rechtspreken geen onrecht doen; gij zult de arme niet begunstigen en de aanzienlijke niet voortrekken: op rechtvaardige wijze zult gij uw naaste berechten.
Lees Leviticus 19
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Leviticus 19:11-15
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's