Job 38:12-18

Job 38:12-18 NBG51

Hebt gij ooit in uw leven de morgen ontboden, de dageraad zijn plaats aangewezen, om de zomen der aarde aan te grijpen, zodat de goddelozen van haar worden afgeschud? Zij verandert zich als leem, waarin een zegel wordt gedrukt, de dingen staan daar als in een kleed. Dan wordt de goddelozen hun licht ontnomen, en de opgeheven arm wordt gebroken. Zijt gij doorgedrongen tot de bronnen der zee, en hebt gij door de geheimenissen van de waterdiepte gewandeld? Zijn de poorten des doods voor u onthuld, en hebt gij de poorten der diepe duisternis aanschouwd? Reikt uw begrip zover als de breedte der aarde? Vertel het, indien gij dit alles weet!