Het evangelie naar Johannes 2:1-10

Het evangelie naar Johannes 2:1-10 NBG51

En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea en de moeder van Jezus was daar; en ook Jezus en zijn discipelen waren ter bruiloft genodigd. En toen er gebrek aan wijn kwam, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn. En Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u van node? Mijn ure is nog niet gekomen. Zijn moeder zeide tot hen, die bedienden: Wat Hij u ook zegt, doet dat! Nu waren daar zes stenen watervaten neergezet volgens het reinigingsgebruik der Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten. Jezus zeide tot hen: Vult de vaten met water. En zij vulden ze tot de rand. En Hij zeide tot hen: Schept nu en brengt het aan de leider van het feest. En zij brachten het. Toen nu de leider van het feest het water proefde, dat wijn geworden was – en hij wist niet, waar deze vandaan kwam, maar de bedienden, die het water geschept hadden, wisten het – riep de leider van het feest de bruidegom, en hij zeide tot hem: Iedereen zet eerst de goede wijn op en als er goed gedronken is, de mindere; gij echter hebt de goede wijn tot dit ogenblik bewaard.