Jesaja 49:9-16

Jesaja 49:9-16 NBG51

om tot de gevangenen te zeggen: Gaat uit! tot hen die in de duisternis zijn: Komt te voorschijn! Aan de wegen zullen zij weiden, op alle kale heuvels zal hun weide zijn; zij zullen hongeren noch dorsten, woestijngloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun Ontfermer zal hen leiden en hen voeren aan waterbronnen. En Ik zal al mijn bergen tot een weg maken en mijn heerbanen zullen opgehoogd worden. Zie, dezen komen uit de verte, genen uit het noorden en het westen, weer anderen uit het land Sinim. Jubelt, gij hemelen, en juich, gij aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, want de HERE heeft zijn volk getroost en Zich over zijn ellendigen ontfermd. Maar Sion zegt: De HERE heeft mij verlaten en de HERE heeft mij vergeten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Jesaja 49:9-16

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid