Hosea 12:2-9

Hosea 12:2-9 NBG51

Efraïm weidt wind, en jaagt de gehele dag de oostenwind na, het vermeerdert leugen en verwoesting. Zij sluiten een verbond met Assur, en er wordt olie naar Egypte gebracht. De HERE heeft een rechtsgeding met Juda; Hij gaat Jakob straffen voor zijn wandel, naar zijn daden zal Hij hem vergelden. In de moederschoot bedroog hij zijn broeder, en in zijn mannelijke kracht streed hij met God. Hij streed tegen een engel en overwon. Hij weende en smeekte Hem om genade. Te Betel vond hij Hem, en daar sprak Hij met ons, namelijk de HERE, de God der heerscharen, wiens naam HERE is. Gij dan, keer tot uw God terug, bewaar liefde en recht en wacht bestendig op uw God. Kanaän – in zijn hand is een bedrieglijke weegschaal, afpersen is zijn lust. Maar Efraïm zegt: Waarlijk, ik ben rijk geworden, ik heb mij rijkdom verworven; in al mijn vermogen vindt men bij mij geen ongerechtigheid die zonde zou zijn.