Genesis 26:7-9

Genesis 26:7-9 NBG51

Toen de mannen van die plaats hem naar zijn vrouw vroegen, zeide hij: Zij is mijn zuster, want hij durfde niet zeggen: Zij is mijn vrouw, (want hij dacht:) de mannen van die plaats mochten mij anders eens doden om Rebekka, omdat zij schoon van uiterlijk is. Toen hij lange tijd daar geweest was, en Abimelek, de koning der Filistijnen, eens door het venster keek, zag hij, en zie, Isaak was aan het minnekozen met zijn vrouw Rebekka. Toen riep Abimelek Isaak en zeide: Zij is zowaar uw vrouw; hoe hebt gij dan kunnen zeggen: zij is mijn zuster? Daarop zeide Isaak tot hem: Omdat ik dacht: ik mocht anders eens om haar het leven verliezen.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid