Ester 3:1-4

Ester 3:1-4 NBG51

Na deze gebeurtenissen maakte koning Ahasveros de Agagiet Haman, de zoon van Hammedata, groot, verhief hem in aanzien en plaatste zijn zetel hoger dan die van alle vorsten die bij hem waren. En alle dienaren des konings die in de poort des konings waren, knielden en wierpen zich voor Haman ter aarde, want aldus had de koning ten aanzien van hem geboden. Mordekai echter knielde niet en wierp zich niet ter aarde. Toen zeiden de dienaren des konings die in de poort des konings waren, tot Mordekai: Waarom overtreedt gij het gebod des konings? Het gebeurde nu, toen zij dit dag aan dag tot hem zeiden, zonder dat hij naar hen hoorde, dat zij het aan Haman mededeelden om te zien, of de handelwijze van Mordekai zou standhouden, want hij had hun te kennen gegeven, dat hij een Jood was.