Prediker 4:8-12

Prediker 4:8-12 NBG51

daar is er een zonder metgezel, ook zoon of broeder heeft hij niet, en er is geen einde aan al zijn zwoegen; ook worden zijn ogen niet verzadigd van rijkdom; – voor wie tob ik mij dan af en ontzeg ik mij het goede? Ook dit is ijdelheid en een kwaad ding. Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen. Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op; maar wee de éne, die valt zonder dat een metgezel hem opricht! Ook indien er twee nederliggen, zullen zij warm worden, maar hoe zal één alleen warm worden? Kan iemand er één overweldigen, twee zullen tegenover hem kunnen standhouden; en een drievoudig snoer wordt niet spoedig verbroken.

Video voor Prediker 4:8-12

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Prediker 4:8-12