Daniël 3:26-29

Daniël 3:26-29 NBG51

Toen trad Nebukadnessar op de deur van de brandende vuuroven toe; hij nam het woord en zeide: Sadrak, Mesak en Abednego, gij dienaars van de allerhoogste God, treedt naar buiten en komt hier! Toen kwamen Sadrak, Mesak en Abednego uit het vuur. En de stadhouders, de oversten, de landvoogden en de raadsheren des konings kwamen bijeen; zij zagen, dat het vuur geen macht had gehad over de lichamen van deze mannen, dat hun hoofdhaar niet was geschroeid, dat hun mantels ongeschonden gebleven waren, ja, dat er zelfs geen brandlucht aan hen gekomen was. Nebukadnessar hief aan en zeide: Geloofd zij de God van Sadrak, Mesak en Abednego! Hij heeft zijn engel gezonden en zijn dienaren bevrijd, die zich op Hem hebben verlaten, het bevel des konings hebben overtreden, en hun lichamen prijsgegeven, omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God. Daarom wordt door mij een gebod uitgevaardigd, dat ieder, tot welk volk, tot welke natie of taal hij ook behore, die enig oneerbiedig woord spreekt tegen de God van Sadrak, Mesak en Abednego, in stukken gehouwen en dat zijn huis tot een puinhoop gemaakt zal worden, omdat er geen andere god is, die zó verlossen kan.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid