De Handelingen der Apostelen 8:26-29

De Handelingen der Apostelen 8:26-29 NBG51

En een engel des Heren sprak tot Filippus en zeide: Sta op en ga tegen de middag de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Deze is eenzaam. En hij stond op en ging. En zie, een Ethiopiër, een kamerling, een rijksgrote van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, haar opperschatbewaarder, was naar Jeruzalem gegaan om te aanbidden; en hij was op de terugweg en las, in zijn wagen gezeten, de profeet Jesaja. En de Geest zeide tot Filippus: Treed toe en voeg u bij deze wagen.