Het eerste boek Samuël 3:15-18

Het eerste boek Samuël 3:15-18 NBG51

Samuël nu bleef liggen tot de morgen; toen opende hij de deuren van het huis des HEREN. Samuël zag ertegen op Eli het gezicht mee te delen. Doch Eli riep Samuël en zeide: Samuël, mijn zoon. Deze zeide: Hier ben ik. En hij zeide: Wat is het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch niet voor mij. Zo moge God u doen, ja nog erger, indien gij iets voor mij verbergt van het gehele woord, dat Hij tot u gesproken heeft. Toen deelde Samuël hem alles mee zonder iets voor hem te verzwijgen. En hij zeide: Hij is de HERE, Hij doe wat goed is in zijn ogen.