Het eerste boek Samuël 2:12-14

Het eerste boek Samuël 2:12-14 NBG51

De zonen van Eli nu waren nietswaardige lieden; zij rekenden niet met de HERE, noch met het recht der priesters tegenover het volk. Telkens wanneer iemand een slachtoffer bracht, kwam, zodra men het vlees ging koken, de knecht van de priester, met een drietandige vork in zijn hand en stak die in de pot of in de pan of in de ketel of in de kookpot; al wat de vork naar boven bracht, nam de priester voor zich. Zo behandelden zij alle Israëlieten, die daar te Silo kwamen.