nam zijn staf in de hand, zocht zich vijf gladde stenen uit de beekbedding en deed ze in de herderstas, die hij bij zich had, in de tas voor de slingerstenen, maar zijn slinger hield hij in de hand. Zo naderde hij de Filistijn. De Filistijn kwam al dichter bij David; voor hem uit ging de schilddrager. Toen de Filistijn David in het oog kreeg en hem bezag, verachtte hij hem, omdat hij nog jong was; rossig, schoon van gestalte. De Filistijn zeide tot David: Ben ik een hond, dat gij met een stok op mij afkomt? En de Filistijn vervloekte David bij zijn goden. Ook zeide de Filistijn tot David: Kom maar eens hier, dan zal ik uw vlees aan het gevogelte des hemels en aan het gedierte des velds geven. Maar David zeide tot de Filistijn: Gij treedt mij tegemoet met zwaard en speer en werpspies, maar ik treed u tegemoet in de naam van de HERE der heerscharen, de God der slagorden van Israël, die gij getart hebt.
Lees Het eerste boek Samuël 17
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Het eerste boek Samuël 17:40-45
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's