Psalm 18:6-17

Psalm 18:6-17 HSV

Banden van het graf omringden mij, valstrikken van de dood bedreigden mij. In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. Toen daverde en beefde de aarde, de fundamenten van de bergen sidderden en daverden, omdat Hij in toorn ontstoken was. Rook steeg op uit Zijn neus en vuur uit Zijn mond verteerde. Kolen werden daardoor aangestoken. Hij boog de hemel en daalde neer, een donkere wolk was onder Zijn voeten. Hij reed op een cherub en vloog, ja, Hij zweefde snel op de vleugels van de wind. Hij maakte duisternis tot Zijn schuilplaats, om Hem heen was Zijn tent: duistere wateren, donkere wolken. Door de lichtglans, die vóór Hem was, dreven Zijn wolken weg. Hagel en vurige kolen! De HEERE deed het in de hemel donderen, de Allerhoogste liet Zijn stem klinken: hagel en vurige kolen. Hij schoot Zijn pijlen af en verspreidde hen, Hij slingerde de bliksemflitsen en bracht hen in verwarring. De waterstromen werden zichtbaar, de fundamenten van de wereld werden blootgelegd door Uw bestraffing, HEERE, door het blazen van de adem uit Uw neus. Hij stak Zijn hand uit van omhoog, Hij greep mij, Hij trok mij op uit grote wateren.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Psalm 18:6-17