Het dodenrijk omklemde mij. Overal loerde de dood op mij. Wanhopig riep ik de Heer om hulp. Ik riep tot mijn God. Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis. Mijn geroep klonk in zijn oren. Toen dreunde en beefde de aarde, de bergen schudden en schokten: de Heer was woedend over wat er gebeurde. Rook kwam uit zijn neus. Vernietigend vuur kwam uit zijn mond. Houtskool raakte er door in brand. Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden. Donkere wolken waren onder zijn voeten. Hij reed op een engel, vloog op de vleugels van de wind. Hij verborg zich in diepe duisternis, in zware regen en donkere wolken. Door het licht dat van Hem afstraalde, werden de wolken verjaagd. Het regende hagel en gloeiende houtskool. Vanuit de hemel sprak de Heer met een stem als de donder. De Allerhoogste God sprak vanuit de hagel en de gloeiende kolen. Hij schoot zijn pijlen af en mijn vijanden vluchtten. Hij slingerde zijn bliksem naar hen, zodat ze in paniek raakten. De zeebodem viel droog, de fundamenten van de aarde werden zichtbaar toen Hij woedend tegen mijn vijanden tekeer ging en tegen hen blies met de adem van zijn neus. Hij stak uit de hemel zijn hand naar mij uit, greep me en trok me op uit het diepe water.
Lees Psalmen 18
Luisteren Psalmen 18
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Psalmen 18:6-17
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's