Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer u komt in het land dat Ik u als uw woongebied geef,
en u een vuuroffer voor de HEERE bereidt, een brandoffer of slachtoffer als inlossing van een gelofte, of een vrijwillige gave, of om op uw feestdagen de HEERE een aangename geur te bereiden, van de runderen of van het kleinvee,
dan zal hij, die zijn offergave aan de HEERE aanbiedt, een graanoffer van een tiende efa meelbloem, gemengd met een kwart hin olie, aanbieden.
En wijn als plengoffer, een kwart hin per lam, moet u bij het brandoffer of het slachtoffer doen.
En bij een ram moet u een graanoffer doen van twee tiende efa meelbloem, gemengd met olie, een derde hin;
en als plengoffer moet u een derde hin wijn aanbieden, als een aangename geur voor de HEERE.
En wanneer u een jong van een rund bereidt als brandoffer of slachtoffer als inlossing van een gelofte, of als dankoffer voor de HEERE,
dan moet men bij het jong van het rund een graanoffer aanbieden van drie tiende efa meelbloem, gemengd met een halve hin olie;
en als plengoffer moet u een halve hin wijn aanbieden, als vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE.
Zo moet gedaan worden voor elk rund, of voor elke ram, of voor het kleinvee onder de schapen of onder de geiten.
Overeenkomstig het aantal dat u bereidt, moet u voor elk dier doen, overeenkomstig hun aantal.
Elke ingezetene van het land moet deze dingen zo doen om een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE, aan te bieden.
En wanneer er een vreemdeling bij u verblijft of in uw midden is, al uw generaties door, moet hij een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE, offeren. Net zoals u doet, zo moet ook hij doen.
Voor u, gemeente, en voor de vreemdeling die bij u verblijft, geldt één verordening, een eeuwige verordening, al uw generaties door: net zoals u, zo moet ook de vreemdeling voor het aangezicht van de HEERE zijn.
Eén wet en één bepaling geldt voor u en voor de vreemdeling die bij u verblijft.
De HEERE sprak tot Mozes:
Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Als u gekomen bent in het land waarheen Ik u breng,
en het gebeurt dat u van het brood van het land eet, dan moet u de HEERE een hefoffer brengen.
U moet van de eerstelingen van uw deeg een koek als hefoffer brengen. Zoals het hefoffer van de dorsvloer, zo moet u dat brengen.
U moet van de eerstelingen van uw deeg de HEERE een hefoffer geven, al uw generaties door.