Numeri 1:46-54

Numeri 1:46-54 HSV

allen die geteld waren, waren zeshonderddrieduizend vijfhonderdvijftig man. Maar de Levieten uit de stam van hun vaderen werden onder hen niet meegeteld, want de HEERE had tot Mozes gesproken: Alleen de stam Levi mag u niet meetellen en hun aantal mag u niet onder de Israëlieten opnemen. Wat u betreft, stel de Levieten aan over de tabernakel van de getuigenis en over alle bijbehorende voorwerpen, ja, over alles wat erbij hoort. Zíj moeten de tabernakel en alle bijbehorende voorwerpen dragen. Zíj moeten dienen, en zij moeten hun kamp rondom de tabernakel opslaan. En wanneer de tabernakel moet opbreken, dienen de Levieten hem uit elkaar te nemen, en wanneer de tabernakel halt moet houden, dienen de Levieten hem weer op te bouwen. En de onbevoegde die te dichtbij komt, moet ter dood gebracht worden. De Israëlieten moeten hun kamp opslaan, ieder bij zijn eigen kamp en ieder bij zijn eigen vaandel, ingedeeld overeenkomstig hun legers, maar de Levieten moeten hun kamp opslaan rondom de tabernakel van de getuigenis; dan zal er geen grote toorn op de gemeenschap van de Israëlieten komen. Zo moeten de Levieten de voorschriften met betrekking tot de tabernakel van de getuigenis in acht nemen. De Israëlieten deden het. Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij.