Mattheüs 4:18-25

Mattheüs 4:18-25 HSV

En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken. Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem. Hij ging vandaar verder en zag twee andere broers, namelijk Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, in het schip met hun vader Zebedeüs, terwijl zij hun netten aan het herstellen waren, en Hij riep hen. Zij lieten meteen het schip en hun vader achter en volgden Hem. En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk. En het gerucht over Hem verspreidde zich over heel Syrië; en zij brachten bij Hem allen die er slecht aan toe waren en door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren, en die door demonen bezeten waren, en maanzieken en verlamden; en Hij genas hen. En grote menigten volgden Hem, uit Galilea en Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea, en van over de Jordaan.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Mattheüs 4:18-25