Mattheüs 23:1-12

Mattheüs 23:1-12 HSV

Toen sprak Jezus tot de menigte en tot Zijn discipelen: De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het; maar doe niet overeenkomstig hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet. Want zij binden lasten samen die zwaar zijn en moeilijk om te dragen, en zij leggen ze op de schouders van de mensen; maar zij willen die zelf met geen vinger verroeren. Al hun werken doen zij om door de mensen gezien te worden, want zij maken hun gebedsriemen breed en de kwastjes aan hun kleren groot. Zij zijn zeer gesteld op de ereplaatsen tijdens de maaltijden en op de voorste plaatsen in de synagogen; zij zijn ook belust op de begroetingen op de markten, en om door de mensen ‘rabbi, rabbi’ genoemd te worden. Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders. En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is. En u mag niet meesters genoemd worden, want Eén is uw Meester, namelijk Christus. Maar de belangrijkste van u zal uw dienaar zijn. En wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden; en wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden.