Mattheüs 20:29-34

Mattheüs 20:29-34 HSV

En toen zij Jericho uit gingen, volgde een grote menigte Hem. En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden dat Jezus voorbijging: Heere, Zoon van David, ontferm U over ons! De menigte bestrafte hen, opdat zij zouden zwijgen; maar zij riepen des te meer: Ontferm U over ons, Heere, Zoon van David! En Jezus stond stil, riep hen en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal? Zij zeiden tegen Hem: Heere, dat onze ogen geopend worden. En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.