In die tijd ging Jezus op een sabbat door de korenvelden, en Zijn discipelen hadden honger en begonnen aren te plukken en te eten. Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden zij tegen Hem: Zie, Uw discipelen doen iets wat niet geoorloofd is te doen op de sabbat. Maar Hij zei tegen hen: Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij honger had, en zij die bij hem waren? Hoe hij het huis van God binnengegaan is en de toonbroden gegeten heeft, die hij niet mocht eten, evenmin als zij die bij hem waren, maar alleen de priesters? Of hebt u niet gelezen in de Wet dat de priesters op de sabbatdagen de sabbat ontheiligen in de tempel, en toch onschuldig zijn? Ik zeg u echter dat hier Iemand is Die meer is dan de tempel. Maar als u geweten had wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer, dan zou u de onschuldigen niet veroordeeld hebben. Want de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat. En Hij vertrok vandaar en kwam in hun synagoge. En zie, er was iemand die een verschrompelde hand had. En ze vroegen Hem: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? Dit om Hem te kunnen beschuldigen. Hij zei tegen hen: Welk mens onder u die één schaap heeft, zal het niet, als het op een sabbat in een kuil valt, grijpen en eruit tillen? Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven! Daarom is het geoorloofd op de sabbatdagen goed te doen. Toen zei Hij tegen die man: Steek uw hand uit. En hij stak hem uit, en hij werd hersteld, gezond als de andere.
Lees Mattheüs 12
Luisteren Mattheüs 12
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Mattheüs 12:1-13
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's