Lukas 5:8-11

Lukas 5:8-11 HSV

Toen Simon Petrus dat zag, viel hij neer voor de knieën van Jezus en zei: Heere, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens. Want grote verbazing had hem en allen die met hem waren, bevangen, over de vangst van de vissen die zij gedaan hadden; en evenzo ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die metgezellen van Simon waren. En Jezus zei tegen Simon: Wees niet bevreesd, van nu aan zult u mensen vangen. En nadat zij de schepen aan land gebracht hadden, lieten zij alles achter en volgden Hem.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid