Johannes 9:1-15

Johannes 9:1-15 HSV

En in het voorbijgaan zag Hij iemand die blind was van de geboorte af. En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden? Jezus antwoordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet, maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden. Ik moet de werken doen van Hem Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht waarin niemand kan werken. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld. Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde, en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (wat vertaald wordt met: Uitgezonden). Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug. De buren dan en zij die eerder gezien hadden dat hij blind was, zeiden: Is deze het niet die zat te bedelen? Anderen zeiden: Hij is het; en weer anderen: Hij lijkt op hem. Hij zei: Ik ben het. Zij dan zeiden tegen hem: Hoe zijn uw ogen geopend? Hij antwoordde en zei: Een Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, bestreek mijn ogen en zei tegen mij: Ga heen naar het badwater Siloam en was u. En ik ging weg, waste mij en werd ziende. Zij dan zeiden tegen hem: Waar is Hij? Hij zei: Ik weet het niet. Zij brachten hem die eerder blind was, naar de Farizeeën. En het was sabbat toen Jezus het slijk maakte en zijn ogen opende. Opnieuw vroegen nu ook de Farizeeën hem hoe hij ziende geworden was. En hij zei tegen hen: Hij legde slijk op mijn ogen, ik waste mij, en ik zie.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Johannes 9:1-15