Johannes 6:55-71

Johannes 6:55-71 HSV

Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood dat uit de hemel neergedaald is; niet zoals uw vaderen het manna gegeten hebben en gestorven zijn. Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven. Deze dingen zei Hij, terwijl Hij onderwijs gaf in de synagoge in Kapernaüm. Velen dan van Zijn discipelen die dit hoorden, zeiden: Dit woord is hard; wie kan het aanhoren? Maar omdat Jezus bij Zichzelf wist dat Zijn discipelen daarover morden, zei Hij tegen hen: Neemt u hier aanstoot aan? En als u de Zoon des mensen nu eens zou zien opvaren naar de plaats waar Hij eerder was? De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. Maar er zijn sommigen onder u die niet geloven. Want Jezus wist van het begin af wie het waren die niet geloofden, en wie het was die Hem zou verraden. En Hij zei: Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is. Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee. Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God. Jezus antwoordde hun: Heb Ik u, de twaalf, niet uitgekozen? En een van u is een duivel. En Hij doelde op Judas Iskariot, de zoon van Simon, want die zou Hem verraden, een van de twaalf.