Jeremia 11:3-17

Jeremia 11:3-17 HSV

en zeg tegen hen: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Vervloekt is de man die niet luistert naar de woorden van dit verbond, dat Ik uw vaderen geboden heb op de dag dat Ik hen geleid heb uit het land Egypte, uit de ijzeroven: Luister naar Mijn stem en doe deze woorden, overeenkomstig alles wat Ik u gebied. Dan zult u Mij tot een volk zijn en zal Ík u tot een God zijn, opdat Ik de eed gestand doe die Ik uw vaderen gezworen heb om hun een land te geven dat overvloeit van melk en honing, zoals het heden ten dage is. Toen antwoordde ik en zei: Amen, HEERE. Toen zei de HEERE tegen mij: Predik al deze woorden in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem: Luister naar de woorden van dit verbond en doe ze. Want Ik heb uw vaderen ernstig gewaarschuwd vanaf de dag dat Ik hen uit het land Egypte leidde tot op deze dag, vroeg en laat: Luister naar Mijn stem! Zij hebben echter niet geluisterd en zij hebben hun oor niet geneigd, maar ze gingen door, ieder overeenkomstig zijn verharde, boosaardige hart. Daarom bracht Ik over hen al de woorden van dit verbond dat Ik geboden heb te doen, maar die zij niet gedaan hebben. Daarop zei de HEERE tegen mij: Er is een samenzwering ontdekt onder de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem. Zij zijn teruggekeerd tot de ongerechtigheden van hun voorvaderen, die geweigerd hebben naar Mijn woorden te luisteren. Wat hen betreft, zij zijn andere goden achternagegaan om die te dienen. Het huis van Israël en het huis van Juda hebben Mijn verbond verbroken, dat Ik met hun vaderen gesloten had. Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga over hen onheil brengen waaraan zij niet kunnen ontkomen. Als zij dan tot Mij roepen, zal Ik niet naar hen luisteren. Dan zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem gaan roepen tot de goden aan wie zij reukoffers gebracht hebben, maar die zullen hen zeker niet kunnen verlossen in de tijd van hun onheil. Immers, het aantal van uw goden is even groot als uw steden geworden, Juda, en u hebt evenveel altaren gemaakt voor die schande als het aantal straten van Jeruzalem, altaren om reukoffers te brengen aan de Baäl. En u, bid niet voor dit volk, en hef voor hen geen geroep of gebed aan, want Ik zal niet luisteren op het moment dat zij over hun onheil tot Mij roepen. Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis te doen, terwijl zij de schanddaad met velen doet, en het offervlees van het heiligdom van u zal wijken? Ja, wanneer u kwaad doet, dan springt u op van vreugde. Een bladerrijke olijfboom, met welgevormde vruchten, had de HEERE u als naam gegeven. Maar nu heeft Hij onder het geluid van een groot gedruis een vuur onder hem aangestoken, zodat zijn takken gebroken zijn. Want de HEERE van de legermachten, Die u heeft geplant, heeft een kwaad over u uitgesproken – vanwege het kwaad dat het huis van Israël en het huis van Juda met elkaar bedreven hebben, door Mij tot toorn te verwekken door reukoffers te brengen aan de Baäl.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid