Daarop zei Jozef tegen zijn broers en tegen het huis van zijn vader: Ik ga het aan de farao vertellen. Ik zal tegen hem zeggen: Mijn broers en het huis van mijn vader, die in het land Kanaän woonden, zijn naar mij toe gekomen. De mannen zijn herders van kleinvee, want zij zijn altijd veehouders geweest. Zij hebben hun kleinvee en hun runderen, en alles wat zij hebben, meegebracht. Wanneer het zal gebeuren dat de farao u roept en vraagt: Wat is uw beroep? dan moet u zeggen: Uw dienaren zijn altijd veehouders geweest, van onze jeugd af aan tot nu toe, zowel wij als onze vaderen. Dan zult u in de landstreek Gosen mogen wonen, want elke herder van kleinvee is voor de Egyptenaren een gruwel.
Lees Genesis 46
Luisteren Genesis 46
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Genesis 46:31-34
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's