Exodus 37:1-9

Exodus 37:1-9 HSV

Bezaleël maakte vervolgens de ark van acaciahout; zijn lengte was tweeënhalve el, zijn breedte anderhalve el en zijn hoogte anderhalve el. Hij overtrok hem met zuiver goud, vanbinnen en vanbuiten, en hij maakte er een gouden rand omheen. Hij goot er vier gouden ringen voor, aan de vier voetstukken ervan, namelijk twee ringen aan de ene kant ervan en twee ringen aan de andere kant ervan. Verder maakte hij draagbomen van acaciahout en overtrok die met goud. Hij stak de draagbomen door de ringen aan weerskanten van de ark, om de ark daarmee te dragen. Vervolgens maakte hij een verzoendeksel van zuiver goud. Zijn lengte was tweeënhalve el en zijn breedte anderhalve el. Ook maakte hij twee cherubs van goud; als gedreven werk maakte hij ze uit de beide uiteinden van het verzoendeksel, één cherub uit het uiteinde aan de ene kant, en één cherub uit het uiteinde aan de andere kant. Uit het verzoendeksel maakte hij de cherubs, uit de beide uiteinden ervan. En de cherubs hielden hun beide vleugels naar boven uitgespreid, terwijl ze met hun vleugels het verzoendeksel bedekten. Hun gezichten waren naar elkaar toe gericht; de gezichten van de cherubs waren naar het verzoendeksel gericht.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid