Exodus 31:2-11

Exodus 31:2-11 HSV

Zie, Ik heb Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, bij zijn naam geroepen. Ik heb hem vervuld met de Geest van God, met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap, om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper; en om edelstenen te bewerken en in te zetten, en om hout te bewerken, dus om allerlei werk te verrichten. En Ik, zie, Ik heb Aholiab, de zoon van Ahisamach, uit de stam Dan, aan hem toegevoegd. En in het hart van ieder die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven zodat zij alles kunnen maken wat Ik u geboden heb: de tent van ontmoeting, de ark van de getuigenis, het verzoendeksel dat daarop ligt, alle voorwerpen voor de tent, de tafel met zijn voorwerpen, de zuiver gouden kandelaar met al zijn voorwerpen, het reukofferaltaar, het brandofferaltaar met al zijn voorwerpen, het wasvat met zijn voetstuk, de ambtskleding, de geheiligde kleding van de priester Aäron, de kleding van zijn zonen om daarin als priester te dienen, de zalfolie en het geurige reukwerk voor het heiligdom. Overeenkomstig alles wat Ik u geboden heb, moeten zij het maken.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid