Toen riep Esther Hatach, een van de hovelingen van de koning, die hij voor haar had aangesteld, en zij gaf hem opdracht aangaande Mordechai om te weten te komen wat dit toch was en waarom hij dit deed. Toen Hatach naar Mordechai ging, naar het stadsplein dat voor de poort van de koning ligt, vertelde Mordechai hem alles wat hem was overkomen, en de bijzonderheden van het zilver dat Haman had gezegd te zullen afwegen voor de schatkist van de koning, voor het ombrengen van de Joden. En hij gaf hem een afschrift van de tekst van de wet die was uitgevaardigd in Susan om hen weg te vagen. Hij moest die aan Esther laten zien, het haar vertellen en haar opdracht geven naar de koning te gaan om hem om genade te smeken en bij hem te pleiten voor haar volk. Hatach kwam terug en vertelde Esther de woorden van Mordechai. Toen sprak Esther tot Hatach en gaf hem opdracht tegen Mordechai te zeggen: Alle dienaren van de koning en de bevolking van de gewesten van de koning weten dat voor ieder, man of vrouw, die naar de koning gaat, in het binnenste voorhof, en die niet geroepen is, zijn enige vonnis is dat men hem doodt, tenzij de koning hem de gouden scepter toereikt; dan zal hij in leven blijven. En wat mij betreft, ik ben nu al dertig dagen niet geroepen om naar de koning te komen.
Esther 4 lezen
Luisteren Esther 4
Deel
Alle vertalingen vergelijken: Esther 4:5-11
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's