Amos 2:6-16

Amos 2:6-16 HSV

Zo zegt de HEERE: Vanwege drie overtredingen van Israël, ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen, omdat zij de rechtvaardige voor geld verkopen en de arme voor een paar schoenen. Zij snakken ernaar dat het stof van de aarde op het hoofd van de geringen is, zij duwen de zachtmoedigen van de weg. Een man en zijn vader gaan naar hetzelfde meisje om Mijn heilige Naam te ontheiligen. Zij strekken zich uit op kleren die zij in onderpand hebben, naast elk altaar. Zij drinken wijn die als boete was opgelegd, in het huis van hun goden. Maar Ík heb de Amorieten voor hun ogen weggevaagd, die hoog waren als ceders en sterk waren als eiken. Ik heb zijn vrucht vanboven weggevaagd en zijn wortels vanonder. Maar Ík heb u uit het land Egypte geleid, en liet u veertig jaar door de woestijn gaan, om het land van de Amorieten in bezit te nemen. Uit uw zonen deed Ik profeten opstaan, uit uw jongemannen nazireeërs. Is dit niet zo, Israëlieten? spreekt de HEERE. Maar u laat de nazireeërs wijn drinken, en u hebt de profeten geboden: Profeteer niet! Zie, Ik ga het onder u laten kraken, zoals een wagen kraakt, vol graanschoven. Dan gaat voor de snelle de kans op ontvluchten verloren, de sterke zal zijn kracht niet inzetten, geen held zijn leven redden. Niemand die de boog hanteert, zal staande blijven, geen hardloper zich redden, geen ruiter te paard zijn leven redden. Zelfs de moedigste onder de helden zal op die dag naakt wegvluchten, spreekt de HEERE.