Toen zij de ark van God de stad binnenbrachten, zetten zij die midden in de tent die David ervoor gespannen had. En zij brachten brandoffers en dankoffers voor het aangezicht van God. Toen David klaar was met het brengen van het brandoffer en de dankoffers, zegende hij het volk in de Naam van de HEERE. Hij deelde aan iedereen in Israël, van de man tot de vrouw toe, aan ieder een rond brood, een klomp dadels en een rozijnenkoek uit. En hij stelde voor de ark van de HEERE sommigen uit de Levieten aan als dienaars, om van de HEERE, de God van Israël, melding te maken en Hem te loven en te prijzen. Asaf was het hoofd, Zacharja de tweede na hem; verder Jeïel, Semiramoth, Jehiël, Mattithja en Eliab, Benaja, Obed-Edom en Jeïel, met instrumenten als luiten en met harpen. En Asaf liet zich horen met cimbalen, maar Benaja en Jahaziël, de priesters, deden dat voortdurend met trompetten voor de ark van het verbond van God. Toen, op die dag, gaf David voor de eerste maal deze psalm om de HEERE te loven door de dienst van Asaf en zijn broeders.
Lees 1 Kronieken 16
Luisteren 1 Kronieken 16
Delen
Alle vertalingen vergelijken: 1 Kronieken 16:1-7
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's