1 Kronieken 15:11-15

1 Kronieken 15:11-15 HSV

En David riep de priesters Zadok en Abjathar, en de Levieten Uriël, Asaja, Joël, Semaja, Eliël en Amminadab. Hij zei tegen hen: U bent familiehoofden van de Levieten. Heiligt u, u en uw broeders, om de ark van de HEERE, de God van Israël, op te halen en naar de plaats te brengen die ik voor hem gereedgemaakt heb. Want omdat u dit de eerste keer niet gedaan hebt, heeft de HEERE, onze God, ons een zware slag toegebracht, omdat wij Hem niet hebben geraadpleegd overeenkomstig de bepaling. Toen heiligden de priesters en Levieten zich om de ark van de HEERE, de God van Israël, op te halen. En de nakomelingen van de Levieten droegen de ark van God op hun schouders, met de draagbomen eraan, zoals Mozes geboden had, overeenkomstig het woord van de HEERE.