Zacharia 2:8-10

Zacharia 2:8-10 STV

Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Na de heerlijkheid over u, heeft Hij Mij gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die raakt Zijn oogappel aan. Want ziet, Ik zal Mijn hand over henlieden bewegen, en zij zullen hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden weten, dat de HEERE der heirscharen Mij gezonden heeft. Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE.