De Psalmen 66:1-4

De Psalmen 66:1-4 STV

Een lied, een psalm, voor den opperzangmeester. Juicht Gode, gij ganse aarde! Psalmzingt de eer Zijns Naams; geeft eer Zijn lof. Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen. De ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela.