De Spreuken van Salomo 15:20-33

De Spreuken van Salomo 15:20-33 STV

Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen. De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan. Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten. Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen. Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand. De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.