Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud; al wie tot dezen strijd inkomt, om het werk in de tent der samenkomst te doen.
Dit zal de dienst zijn der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst, te weten de heiligheid der heiligheden.
In het optrekken des legers, zo zullen Aäron en zijn zonen komen, en den voorhang des deksels afnemen, en zullen daarmede de ark der getuigenis bedekken.
En zij zullen een deksel van dassenvellen daarop leggen, en een geheel kleed van hemelsblauw daar bovenop uitspreiden; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen.
Zij zullen ook op de toontafel een kleed van hemelsblauw uitspreiden, en zullen daarop zetten de schotels, en de reukschalen, en de kroezen, en de dekschotels; ook zal het gedurig brood daarop zijn.
Daarna zullen zij een scharlaken kleed daarover uitspreiden, en zullen dat met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen.
Dan zullen zij een kleed van hemelsblauw nemen, en bedekken den kandelaar des luchters, en zijn lampen, en zijn snuiters, en zijn blusvaten, en al zijn olievaten, met welke zij aan denzelven dienen.
Zij zullen ook denzelven, en al zijn gereedschap, in een deksel van dassenvellen doen, en zullen hem op den draagboom leggen.
En over het gouden altaar zullen zij een kleed van hemelsblauw uitspreiden, en zullen dat met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen deszelfs handbomen aanleggen.
Zij zullen ook nemen alle gereedschap van den dienst, met hetwelk zij in het heiligdom dienen, en zullen het leggen in een kleed van hemelsblauw, en zullen hetzelve met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen het op den draagboom leggen.
En zij zullen de as van het altaar vegen, en zij zullen daarover een kleed van purper uitspreiden.
En zij zullen daarop leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen, de koolpannen, de krauwelen, en de schoffelen, en de sprengbekkens, al het gereedschap des altaars; en zij zullen daarover een deksel van dassenvellen uitspreiden, en zullen deszelfs handbomen aanleggen.
Als nu Aäron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst.
Het opzicht nu van Eleazar, den zoon van Aäron, den priester, zal zijn over de olie des luchters, en het reukwerk der welriekende specerijen, en het gedurig spijsoffer, en de zalfolie; het opzicht des gansen tabernakels, en alles wat daarin is, aan het heiligdom en aan zijn gereedschap.
En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron, zeggende:
Gij zult den stam van de geslachten der Kahathieten niet laten uitgeroeid worden, uit het midden der Levieten;
Maar dit zult gij hun doen, opdat zij leven en niet sterven, als zij tot de heiligheid der heiligheden toetreden zullen: Aäron en zijn zonen zullen komen, en stellen hen een ieder over zijn dienst en aan zijn last.
Doch zij zullen niet inkomen om te zien, als men het heiligdom inwindt, opdat zij niet sterven.