Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.
Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders;
En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram;
En Aram gewon Aminádab, en Aminádab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;
En Salmon gewon Boöz bij Rachab, en Boöz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai;
En Jessai gewon David, den koning; en David, de koning, gewon Salomon bij degene, die Uria’s vrouw was geweest;
En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;
En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;
En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;
En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;
En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.
En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Saláthiël, en Saláthiël gewon Zorobabel;
En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;
En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Elihud;
En Elihud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;
En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.