Het Evangelie van Johannes 1:35-45

Het Evangelie van Johannes 1:35-45 STV

Des anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods! En die twee discipelen hoorden hem dat spreken, en zij volgden Jezus. En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen: Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij? Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure. Andréas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren. Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus. En hij leidde hem tot Jezus. En Jezus, hem aanziende, zeide: Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult genaamd worden Cefas, hetwelk overgezet wordt Petrus. Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galiléa, en vond Filippus, en zeide tot hem: Volg Mij. Filippus nu was van Bethsaïda, uit de stad van Andréas en Petrus.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid