Genesis 10:8-20

Genesis 10:8-20 STV

En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN. En het beginsel zijns rijks was Babel, en Erech, en Accad, en Calne in het land Sinear. Uit ditzelve land is Assur uitgegaan, en heeft gebouwd Ninevé, en Rehoboth, Ir, en Kalach. En Resen, tussen Ninevé en tussen Kalach; deze is die grote stad. En Mitsraïm gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten, En de Pathrusieten, en de Casluchieten, van waar de Filistijnen uitgekomen zijn, en de Caftorieten. En Kanaän gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth, En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet, En den Hivviet, en den Arkiet, en den Siniet, En den Arvadiet, en den Tsemariet, en den Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der Kanaänieten verspreid. En de landpale der Kanaänieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza toe; daar gij gaat naar Sodom en Gomorra, en Adama, en Zeboïm, tot Lasa toe. Deze zijn zonen van Cham, naar hun huisgezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, in hun volken.

Video voor Genesis 10:8-20