Exodus 19:1-6

Exodus 19:1-6 STV

In de derde maand, na het uittrekken der kinderen Israëls uit Egypteland, ten zelfden dage kwamen zij in de woestijn Sinaï. Want zij togen uit Rafidim, en kwamen in de woestijn Sinaï, en zij legerden zich in de woestijn; Israël nu legerde zich aldaar tegenover dien berg. En Mozes klom op tot God. En de HEERE riep tot hem van den berg, zeggende: Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en den kinderen Israëls verkondigen: Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen en u tot Mij gebracht hebt. Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israëls spreken zult.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Exodus 19:1-6

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid