Het Eerste Boek der Koningen 22:1-5

Het Eerste Boek der Koningen 22:1-5 STV

En zij zaten drie jaren stil, dat er geen krijg was tussen Syrië en tussen Israël. Maar het geschiedde in het derde jaar, als Josafat, de koning van Juda, tot den koning van Israël afgekomen was, Dat de koning van Israël tot zijn knechten zeide: Weet gij, dat Ramoth in Gilead onze is? En wij zijn stil, zonder dat te nemen uit de hand van den koning van Syrië. Daarna zeide hij tot Josafat: Zult gij met mij trekken in den strijd naar Ramoth in Gilead? En Josafat zeide tot den koning van Israël: Zo zal ik zijn gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden als uw paarden. Verder zeide Josafat tot den koning van Israël: Vraag toch als heden naar het woord des HEEREN.