Zacharia 5:1-11

Zacharia 5:1-11 BB

Toen zag ik een vliegende boekrol. De engel vroeg mij: "Wat zie je?" Ik antwoordde: "Een vliegende boekrol van 20 el (9 m) lang en 10 el (4 ½ m) breed." De engel zei: "Die boekrol is de vervloeking die over het hele land gaat. Iedereen die steelt, zal door de vervloeking worden gedood. Ook iedereen die iets zweert wat niet waar is, of zich niet houdt aan wat hij heeft gezworen. De Heer zegt: 'Ik heb die vervloeking gestuurd naar het huis van dieven en van mensen die liegen als ze bij Mij zweren. De vervloeking zal het huis van die mensen treffen en totaal vernietigen: hout, steen, alles.' " Toen kwam de engel die met mij sprak weer naar mij toe en zei: "Kijk eens wat daar aankomt." Ik vroeg: "Wat is dat?" Hij antwoordde: "Dat is een emmer, een maatbeker voor graan (een 'efa'). Hij stelt de ongehoorzaamheid van het hele land voor." Er zat een loden deksel op de emmer. Het deksel werd opgetild en ik zag dat er een vrouw in de emmer zat. De engel zei: "Die vrouw stelt de slechtheid van het land voor." De engel duwde de vrouw in de emmer terug en deed het loden deksel weer dicht. Toen zag ik twee vrouwen komen aanvliegen met ruisende vleugels. Want ze hadden vleugels die leken op die van een ooievaar. Ze tilden samen de emmer op en vlogen ermee weg. Ik vroeg aan de engel: "Waar brengen ze die emmer heen?" Hij antwoordde: "Naar Sinear. Daar bouwen ze een verblijfplaats voor de vrouw. Als die klaar is, zetten ze haar daar neer."