Hooglied 2:10-14

Hooglied 2:10-14 BB

Mijn liefste wil me spreken. Hij zegt: 'Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom! Want de winter is voorbij, het regent niet meer. De bloemen bloeien en de vogeltjes zingen. Overal hoor je de tortelduiven koeren. Er zitten al vijgen in de vijgenboom. De wijnstruiken staan al in bloei en geuren heerlijk. Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom! Duifje van me, kom uit je rotsspleet! Kom uit je schuilplaats in de rots! Laat me je zien, laat mij je stem horen. Want jouw stem klinkt mij als muziek in de oren. En je bent zo mooi!