Ruth 4:1-6

Ruth 4:1-6 BB

Intussen was Boaz in de stadspoort gaan zitten. Op een gegeven moment liep daar de man voorbij over wie Boaz het had gehad. Boaz riep hem: "Wil je even hier komen?" Hij vroeg tien wijze mannen van de stad erbij te komen zitten. Toen zei hij tegen de andere man: "Naomi is uit Moab teruggekomen. Nu verkoopt ze het stuk land dat van ons familielid Elimelech is geweest. Ik wil jou vragen of jij het wil kopen. Dan zijn deze mannen daarvan getuigen. Want jij hebt het eerste recht om dat stuk land te kopen. Als je het wil hebben, koop het dan. Maar als je het niet wil kopen, laat me dat dan weten. Want jij hebt het eerste recht om het te kopen, en daarna ik. Verder niemand." De man antwoordde: "Ik zal het kopen." Maar Boaz zei: "Als je het land van Naomi koopt, moet je ook met Ruth trouwen, de vrouw uit Moab die getrouwd is geweest met één van Naomi's zonen. Het eerste kind dat ze krijgt, zal tellen als kind van haar overleden man. Want zo zal zijn naam blijven bestaan en blijft zijn stuk grond van zijn familie." De man antwoordde: "Dan wil ik het land niet kopen. Want dan zou ik geen kinderen hebben die mijn eigen stuk grond zullen erven. Koop jij het land maar en trouw met Ruth, want ik kan dat niet doen."